Mijn mooie reizen
over de gehele wereld

Dag 10, donderdag 26 september 2013

Jogjakarta

Ook vandaag weer vroeg wakker. Dit maal om 5.30 uur. Je lichaam went snel aan het vroege opstaan en het nieuwe ritme. Half uur later naar het ontbijt. Tegen 6.40 uur weer terug naar de kamer. We vertrekken pas om 7.30 uur waardoor ik alvast mijn koffer deels ga inpakken, want morgen vertrekken we uit Jogjakarta. Om 7.20 uur ga ik naar de lobby. Daar nog even snel de krant gelezen op mij Iphone. Klokslag 7.30 uur vertrekken we naar Soerakarta (Solo).

 

Soerakarta ( ook wel Solo genoemd ) of volgens de oud-javaanse schrijfwijze Sala. Deze vorstenstad dat aan de Bengawan Solorivier ligt was beter bekend als Solo ( ligt ongeveer zestig kilometer ten noordoosten van Jogjakarta ). De naam betekent "vermetele en heilige taak" en is verbonden aan de status van de vorsten hier. 

Soerakarta is nog steeds bekend als de "stad die nooit slaapt" omdat vooral de eetstalletjes en de eetkarretjes op wielen praktisch 24 uur per dag hun eetwaren aanbieden. Op die manier worden sommige gerechten op bepaalde uren van de dag gegeten, zoals soto (een soort soep) die men 's ochtends eet, of nasi liwet (rijst gekookt in santen of cocosmelk) die men liever 's nachts eet. 

Soerakarta is beroemd om zijn vrouwelijk schoon en de culturele evenementen. De specifiek Surakartese dansstijl, de gamelanmuziek en de wayang-spelen zijn overal in Indonesië beroemd, net als de mooie soga-bruine batiks die een eigen karakter vertonen. Dit artistieke karakter heeft hier altijd de boventoon gevoerd, en zou van een verfijnder en aristocratischer niveau getuigen dan het karakter van andere Javaanse steden.

 

We arriveren om 9.25 uur voor ons eerste bezoek in Soerakarta. We gaan de kraton Pura Mangkunegaran bezichtigen. Een kraton is de algemene naam voor een Javaans paleis. De kraton is gebouwd in 1757 door Raden Mas Said en behoorde toe aan het vorstenland Mangkoenegaran op Java. Sinds 1945 oefent de vorst van Mangkoenegaran geen macht meer uit en sindsdien heeft de vorst geen bijzondere privileges of posities meer. Op 3 september 1987 volgde vorst Mangkoenegaran zijn vader op en was hiermee de negende vorst van Mangkoenegaran.

 

We krijgen een Nederlands sprekende vrouwelijke gids. Ze ziet eruit als 25, maar ze is de 40 al ruim gepasseerd. Voordat we het hoofdvertrek mogen betreden moeten we onze schoenen/slippers uitdoen en op blote voeten verder over de marmeren vloer. Onze gids legt een en ander over het paleis uit en we krijgen van haar een kleine Javaanse dansdemonstratie. Op school is het verplicht om Javaanse dansen te beheersen.

  

In het volgende vertrek zien we meubelstukken staan van de vorst. Hier mochten we geen foto's van maken. Wanneer we dit vertrek willen verlaten worden we door de gids nog even gewezen op een vrouwtje dat kruiden zit te verkopen, want dat mag dan blijkbaar weer wel. 

We lopen verder en komen in het buitenvertrek. Ook nemen we een kijkje in officiële ontvangstzaal met goud gelakte stoelen en in de eetzaal waar een hond op de bank ligt te slapen. Het beest is niet van onze interesse gediend en maakt dat hij wegkomt. Als dank zien we een stukje verder een drol in het gangpad naar de toiletten liggen.

 



Om 10.30 uur is onze rondleiding door het paleis ten einde. We steken de straat voor het paleis over en gaan koffie/thee/cola drinken. We krijgen nu ook weer heerlijke spekcake. Rond 11.15 uur komt onze bus voorrijden en we worden naar de lokale markt gebracht.




Nog geen tien minuten later komen we aan bij de markt en gaan wandelend verder. We komen langs fruitkraampjes waar prachtig fruit ligt uitgestald. Het is een mooie kleurencombinatie met de sinaasappelen, druiven, bananen, etc.

 

We komen onderweg ook een slagerij tegen. Jan en Joke hebben een slagerij in Rotterdam gehad. Uiteraard kunnen zij het niet laten om er een kijkje te nemen. Er liggen koeienhersenen op de toonbank en er hangt een koeientong en nog iets wat ik niet weet wat het is. Uiteraard gaat het hier qua hygiëne anders aan toe dan in Nederland. Rob Geus van de Smaakpolitie zou hier niet vrolijk van worden.

 



We steken de straat over en komen in een overdekte markthal terecht. Het eerste was je tegemoet komt zijn de verschillende geuren. Er staat van alles uitgestald. Eendeneieren, vis, vlees, geslachte kippen, groente, specerijen, etc. Alles niet gekoeld. Je zou hier veel vliegen verwachten, maar gek genoeg zie je die hier niet. Reisleider Soe geeft uitleg. We krijgen een mooi beeld van de dagelijkse gang van zaken hier op de markt.

 







Rond 12.00 uur stappen we weer de bus in en rijden een klein stukje. Onze volgende stop is de textielmarkt. Omdat de bus niet fatsoenlijk kan stoppen bij de markt moeten we een klein stukje lopen. We steken een grote grasvlakte over. Hier merken we pas hoe warm het is. De temperatuur is ruim 33 graden. We krijgen een uur de tijd om de markt hier te bekijken.

 

We lopen het doolhof van smalle steegjes door. Alles staat op elkaar geprakt. Als je je amen spreid dan is dat de breedte van de steegjes. Het eerste wat ik me afvraag is hoe men hier een weg naar buiten vind wanneer er brand uitbreekt. Door de vele textiel zou alles in een mum van tijd in de fik vliegen. Het geeft ons geen veilig gevoel. We besluiten dan ook maar in de buitenste ring te blijven. We komen weer vele eettentjes tegen en we krijgen zelfs eten aangeboden. Het is misschien niet zo beleefd maar we slaan het aanbod af. We willen niet ziek worden.

  




Tegen 13.15 uur verzamelen we bij het door de reisleider aangegeven punt. Daar zien we een warung waar het erg druk is. We vragen ons af wat je er kunt eten en gaan een kijkje nemen. We zien een grote gaarketel met allemaal soorten organen ( hersenen, lever, pens, etc ) en vlees van de geit. Mensen staan in de rij om dit lekkernij te verorberen. Voor ons een niet smakelijk tafereel en we worden raar aangekeken. De mensen vragen zich blijkbaar af wat er mis is met hun eten. Soe vertelt dat er hier 40 geiten per dag worden opgegeten.

 

We laten de markt achter ons en rijden naar het restaurant waar we op de Westerse manier gaan lunchen. Omdat de menukaart niet erg duidelijk is assisteert Soe ons hierbij. Ik houd het lekker simpel bij een hamburger en frieten.

  

Tegen 15.00 uur hebben we geluncht en rijden we terug naar ons hotel. Onderweg doe ik nog een klein dutje. Twee uur later zijn we terug in Jogjakarta en bij ons hotel. Het is te laat om nog te gaan zwemmen. Onze koffers moeten om 18.00 uur aan de deur staan omdat die vanavond alvast met de bus meegaan naar Batu. We kunnen dus nog even rustig op ons gemak douchen en een boekje lezen.

 

Om 18.30 uur moeten we in de lobby zijn en gaan met de bus naar restaurant Pesta Perak waar we gezamenlijk gaan dineren. We zijn de eersten in het restaurant. Niet veel later komt er nog een groep binnen. Het eten ziet er keurig verzorgd uit en het smaakt prima. Er is een uitgebreid saladebuffet en er is keus uit verschillende soorten vlees en sausjes. 


Omstreeks 20.15 uur zijn we allemaal klaar en we worden bij het hotel afgezet. De bus rijdt verder naar onze volgende bestemming. 

Jan, Joke en ik vinden het nog te vroeg om te gaan slapen. We besluiten om op de kamer een borrel te nemen. We bestellen in de bar ijsklontjes, welke netjes op de kamer gebracht worden. We kletsen en lachen. Tegen 22.00 uur ga ik naar mijn kamer en duik mijn bed in. Morgen weer vroeg uit de veren.

   

Naar dag 11